San Giovanni in Laterno
Keizer Contantijn heeft de San Giovanni in Laterano gesticht in het begin van de vierde eeuw. Deze kerk, de oudste van Rome, is van het begin verbonden met het Lateraanse paleis. De eerste kerk is vernield door Vandalen, de tweede door een aardbeving in de achtste eeuw en de derde door branden in de veertiende eeuw. De plattegrond en de structuur van de eerste kerk is goed behouden in de latere versies. Zowel de eerste als de laatste versie hebben vier relatief smalle zijbeuken. Een andere opvallende overeenkomst is de accentuering van de grens tussen dwarsschip en middenschip door een op hoge zuilen geplaatste triomfboog.
Het aangrenzende Lateraans Paleis is de officiële verblijfplaats van de pausen totdat de paus in 1309 in ballingschap gaat in Avignon. De pausen zijn tot 1870 in de San Giovanni in Laterno gekroond. De kathedraal is de aartsbisschoppelijke kerk van de paus in zijn hoedanigheid als bisschop van Rome. De Sint-Pieter ligt immers in de soevereine staat Vaticaanstad.
De middeleeuwse kruisgang
Enkele versieringen in het interieur en de kruisgangen zijn uit de middeleeuwen behouden. De eerste pilaar van het rechterschip is voorzien van een deel van een fresco waarop paus Bonifatius VIII het jubeljaar 1300 afkondigt, toegeschreven aan Giotto. De kruisgangen zijn rond 1220 gebouwd. Opvallend is de grote verscheidenheid van de zuilen. Sommige zuilen zijn recht en glad, terwijl anderen gedraaid zijn en voorzien van mozaïeken.
De laatste ingrijpende verbouwing van het interieur heeft plaatsgevonden tussen 1646 en 1650 onder leiding van Borromini. Hij heeft het interieur in barokke stijl getransformeerd en aan de zijbeuken kapellen toegevoegd. Aanleiding voor deze ingrijpende nieuwbouw is het jubeljaar 1650. Innocentius X heeft het behoud van het rijkelijk versierde houten plafond uit de tweede helft van de zestiende eeuw geëist.
Het interieur is van 1646 tot 1650 gerenoveerd door Borromini.
Een centrale plaats in het interieur neemt het voor de apsis gelegen pauselijke altaar in. Alleen de paus mag op dit altaar de mis opdragen. Dit belangrijke onderdeel van de inrichting is geaccentueerd door een gotisch met beelden en freso’s versierd baldakijn uit de veertiende eeuw. Bij de trap naar de confessio ligt het grafmonument van paus Martinus V. Hij heeft het grote schisma van de Kerk beëindigd. Het grafmonument is rond 1443 gemaakt door Simone di Giovanni Ghini.
Voor de noordelijke zijbeuk is in 1586-1589 een voorhal gebouwd naar het ontwerp van Domenico Fontana. Vanaf de bovenste loggia geeft de paus zijn zegen op Hemelvaartsdag. Fontana heeft ook de herbouw van het Lateraans Paleis geleid. De hoofdfaçade, gebouwd tussen 1730 en 1740 is ontworpen door Alessandro Galilei. De grote beelden die façade tooien zijn al van ver zichtbaar. In de zuilengang staat een antiek beeld van Constantijn. De bronzen deuren van de hoofdingang komen uit de Curia (zie Forum Romanum). In 1886 heeft paus Leo XIII het koor laten vergroten.
1826 De hoofdfaçade, ontworpen door Alessandro Galilei
De aan Johannes de Doper gewijde doopkapel, Baptisterium S. Giovanni in Fonte, grenst aan de zuidkant van de Lateranenbasiliek. Oorspronkelijk is de kapel door Constantijn boven een nymphaeum van het eerste paleis opgericht. Het eerste ronde exemplaar is na verwoesting door de Goten vervangen door nieuwbouw in opdracht van Sixtus III in 432. Dit ontwerp, een achthoekige vorm met doopvont in het midden, heeft model gestaan voor veel andere katholieke doopkapellen. In de zestiende eeuw is de omloop verhoogd. Het interieur is in de zeventiende eeuw opnieuw ingrijpend verbouwd. Aan het deksel van de antieke doopvont is in 1677-78 een verguld bronzen opzetstuk toegevoegd. De vier straalkapellen stammen uit de vijfde tot de zevende eeuw. De Cappella del Battista heeft een bronzen deur uit de late oudheid behouden. Het plafond van de Cappella di S. Giovanni Battista heeft een mozaïek uit de vijfde eeuw. De Cappella di San Venanzio is voorzien van mozaïeken uit de zevende eeuw.
![]() |
||